Wat is etherische olie?

Etherische olien worden in het Engels ‘essential oils’ genoemd omdat ze de ‘essentie’ van planten bevatten. Het zijn namelijk etherische olien die planten hun unieke geur en/of smaak geven. Verse pepermunt thee smaakt bijvoorbeeld naar pepermunt vanwege de etherische olien die in de steel en bladeren van de pepermunt plant zitten. En mandarijnen ruiken naar mandarijnen vanwege de etherische olien die in de schil van mandarijnen zitten.

Planten produceren etherische olien onder meer om zichzelf tegen micro-organismen en extreme droogte of nattigheid te beschermen. De meeste etherische olien kunnen we dan ook vinden in die delen van de plant die daar het meest gevoelig voor zijn, zoals: de bast, de sapstroom, bladeren, bloemen, zaden en vruchten. Deze etherische olien kunnen door middel van stoomdestillatie of koude persing uit verschillende delen van bomen en planten gewonnen worden.

Wanneer we met een scheikundige blik naar een etherische olie kijken, dan zien we een complex mengsel van vluchtige aromatische verbindingen. Aromatisch betekent dat ze lekker ruiken en vluchtig dat ze de neiging hebben om rond kamertemperatuur te verdampen. Deze laatste eigenschap zorgt er voor dat wanneer je een flesje etherische olie open draait de heerlijke geur je meteen al tegemoet komt.

De aromatische verbindingen die planten produceren, worden terpenen genoemd. De kern van zo’n aromatisch molecuul wordt gevormd door een aantal koolstofatomen die met elkaar verbonden zijn. Deze koolstofatomen vormen als het ware de ruggengraat van een aromatische verbinding. Afhankelijk van het aantal koolstofatomen spreken we over mono-terpenen, sesqui-terpenen of di-terpenen. Vooral mono-terpenen en sesqui-terpenen vinden we terug in etherische olien. Di-terpenen komen veel minder voor in etherische olien: doordat deze moleculen zwaarder zijn verdampen ze namelijk niet bij stoomdestillatie.

Je kunt aromatische moleculen ook karakteriseren aan de hand van de manier waarop zuurstof-atomen aan het molecuul verbonden zijn. Deze verschillende manieren worden functionele groepen genoemd. In etherische olien komen we 8 functionele groepen tegen, namelijk: alcoholen, aldehyden, alkenen, esters, ethers, ketonen, phenolen en phenylpropenen. Elke functionele groep heeft specifieke eigenschappen, die los staan van het feit of de groep nu verbonden is met een mono-terpeen, sesqui-terpeen of di-terpeen. 

Niet alleen de geur, maar ook de helende kracht van een etherische olie wordt bepaald door de chemische samenstelling van die olie. En dan gaat het niet alleen om het soort aromatische verbindingen dat in de olie voorkomt, maar ook om de hoeveelheid van en onderlinge verhouding tussen de verschillende aromatische verbindingen. Deze worden niet alleen bepaald door het soort plant, maar ook door de grondsoort en bodemgesteldheid, klimatologische omstandigheden, het moment en de manier waarop het plantmateriaal geoogst wordt en de manier waarop de olie gewonnen wordt. 

Sommige etherische olien bevatten honderden verschillende aromatische verbindingen. Veel van deze chemische bestanddelen zijn nog niet geïdentificeerd. Daardoor is het praktisch niet mogelijk om een natuur-identieke etherische olie in een laboratorium te produceren. Scheikundigen kunnen wel een aantal van de bekende individuele chemische bestanddelen van etherische olien namaken.